Brakwatervis, melkvleeskoeien en verticaal geteelde ronde aardbeien
‘Pa, wij gaan alvast’, roept Jeroen van Merkensteijn richting vader Wil. Zo’n 40 bezoekers bij Schmidt Zeevis delen zich op in 2 groepjes. In het kader van World Food Day Rotterdam kun je een kijkje nemen achter de schermen bij Schmidt. Vader Wil en zoon Jeroen zijn gidsen van dienst en ik zit in het groepje van pa.
We krijgen allemaal een wit papieren pak over onze kleding om aan de strenge hygiëne-eisen van Schmidt te voldoen. Van Merkensteijn senior vertelt trots over het nieuwe gebouw in de Spaanse Polder, dat zo duurzaam mogelijk gebouwd is.
Het papieren pak is dun en voor sommigen is dat jammer. ‘Overal is het precies 0º, en dat houdt in dat dit verse vis is. Vers betekent niet ingevroren.’ Hoe dat allemaal technisch zit, legt Wil met liefde uit. Dan stappen we de vrieshal in. ‘-28º is het hier. Dat is diepvriesvis.’ Het verbaast me dat ik dit niet eens zo heel koud vind. Terwijl ik, want eindelijk een zomerse dag, alleen een t-shirt en zomerjasje aan heb. En dat papieren pak natuurlijk. Hoe zit het dan met de gevoelstemperatuur?
‘Nu gaan we de vriesruimte uit en komen we weer in de 0º. Warm hè?’ De bril van Wil beslaat direct.
Wil heeft geen last van de kou en verhaalt met vuur over de vis van Schmidt. Over het duurzaam vangen vooral. En ja, dan wordt de vis wat duurder betaald. Wijzend op 2 enigszins bibberende kinderen in het gezelschap: ‘Maar anders is de zee leeg als zij of hun kinderen oud zijn.’
Wil van Merkensteijn geeft ook les aan de Cas Spijkers Academie en is een bevlogen verteller met een schat aan viskennis in huis. Het gaat over de leeftijd van kabeljauw en hoe je dat kunt meten, over de brede heupen van de Canadese kreeft. Als een mevrouw vraagt naar Harder volgt een minicollege brakwatervis en wat de vis zoal eet. Als liefhebber sluit Wil zijn Harder-les af met: ‘Lekker vissie. Vooral de kuit.’
Hoe kunnen we dan zo duurzaam mogelijk vis eten, vraagt een bezoekster. ‘Grofweg door mee te gaan met de seizoenen. Je eet platvis met de ramen open. Rondvis met de ramen dicht. Dat heb ik nog van mijn oma.’
Wow, vader en zoon in de vis, maar zou oma ook al…? Intrigerend. Dus ik vraag senior: ‘Heeft u altijd al in de vis gezeten?’ ‘Nee, eerst in de koffie’, antwoordt hij zonder spoor van ironie. Het kan niet anders of Wil maakte zich ook daar druk om duurzaamheid.
In en rondom de Markthal is het episch centrum van World Food Day Rotterdam. Veel vooral jonge ondernemers en studenten timmeren hard aan de weg van de voedselindustrie. Allen proberen een antwoord te vinden op de vraag hoe we ons voedsel in de toekomst duurzamer kunnen produceren. De vraag naar voedsel gaat stijgen en hoe lossen we dat verantwoord op.
Ik ontmoet een aantal ondernemers die dezelfde passie voor hun product hebben als Bep van Merksteijn voor zijn vis. Zoals Corné van Leeuwen, voorzitter van de Delflandse Vleesmeesters. Een coöperatie van jonge melkveehouders in Midden Delfland die sinds kort hun melkvee na hun dienstjaren niet meer zomaar anoniem wegdoen. De melkboeren mesten hun vee zelf af en verhandelen het vlees lokaal. Corné klinkt eerst een beetje technisch: ‘Onze koeien krijgen een secundair doel’. Maar hij is razend enthousiast over hun project, dat getuigt van liefde voor het dier. Van melkkoe naar vleeskoe betekent voor de beesten een langer leven. Het vlees van de melkkoeien vind ik er prachtig uitzien, mooi gelijkmatig dooraderd.
Van Corné krijg ik een hartstochtelijk lesje veeteelt en biologie. En al mijn domme stadse vragen beantwoordt hij met geduld. Zo moet hij me uitleggen dat als er geen kalf is, er ook geen melkproductie op gang komt. ‘Hoe kon ik het vragen’, denk ik bij mezelf, zo ging het thuis met de kinderen toch ook?
Een andere jonge ondernemer is Robert van der Meer. Hij komt vertellen over zijn Aardbeienflat en hoe mooi rood en rond de aardbeien daarin worden. Robert, op het het centrale podium aangekondigd met ‘22 jaar en directeur zacht fruit’, heeft het liever over ‘vertical farming’. Ook hier die liefde voor het product. Van der Meer: ‘Toen ik 5 jaar was wist ik dat ik aardbeienkweker wilde worden. Én ik heb een passie voor zacht fruit.’ Samen met die boerse nuchterheid. ‘Als ik geen rode aardbei heb, kan ik niet leveren.’
Zo zijn er veel innovatieve bedrijven op de World Food Day. Zoals zeewier telen op de Noordzeeboerderij, of een circulair systeem waar viskweek en plantenkweek gecombineerd wordt. Als je al deze ondernemers in de voedselsector zo hoort lijken we op een omslagpunt te staan. De combinatie van duurzamer werken, innovatie, koopmansgeest en vooral ook boeren nuchterheid lijkt veelbelovend. De mooiste quote pikte ik op bij TopKrop, waar slasoorten op water worden gekweekt. Chris Noordam: ‘Het is de kunst om de plant in een voorjaarssensatie te houden. Weerbaarheid, noemen we dat.’ Dát is het goede woord voor onze voedselsector: weerbaar.
Meer informatie:
Schmidtzeevis
Delflandse Vleesmeesters
World Food Day Rotterdam
Door Peter Snaterse van BeeldinZicht